zaterdag 12 april 2014

Limburglab 2014. De toekomst van de Gemeenschapshuizen.

Forum met deelnemers: Thea Schrurs (Kelpen-Oler - bestuur), Piet ten Haaf (Well - beheerder), Sjaak Sluiters (Blitterswijk - bestuur) en Paul Bremmers (gemeente Beesel) onder leiding van Marian Welten van Spirato (steunpunt voor gemeenschapsaccomodaties in Limburg).


Sjaak Sluiters vertelt dat in Blitterswijk het Gemeenschapshuis de begroting niet rond kreeg. Aanleiding om samen met dorpsraad een werkgroep te starten, waarbij de eerste stap het opstellen van een dorpsaccomodatieplan is. Eerste uitkomst is dat er veel meer vierkante meters beschikbaar zijn aan accomodatie dan werkelijk nodig is.

Vraag van de dag: hoe houd je gemeenschapsaccomodatie in de lucht? Gemeenschapsaccomodatie is er voor de bevolking. Deze moet dus ook bepalen hoe deze wordt gebruikt en hoe deze moet worden ingericht. Daarna volgt de exploitatievraag is de stelling. In de discussie blijkt de praktijk: het gaat toch eigenlijk gewoon over geld!

Vanuit zaal wordt gesignaleerd dat besturen van accomodaties er door gebrek aan doorstroming noodgedwongen te lang blijven zitten en onvoldoende aansluiting hebben bij veranderende omgeving. Paul Bremmers onderschrijft dit en benoemt dit als een spanningsveld waar hij mee zit. Vanuit zijn perspectief begrijp ik dat, maar ook dit is ingegeven vanuit financiele overwegingen: de gemeente wil bezuinigingen op de accomodaties en loopt vast bij besturen die in spagaat zitten tussen gebruikers/verenigingen/dorp, regels en beperkingen én een gemeente die minder middelen beschikbaar stelt.

Thea Schrurs onderschrijft dit beeld: het bestuur facilliteert en de gemeenschap moet de activiteiten hier organiseren. In elk geval in Kelpen-Oler werkt dit goed, maar voor wat betreft de exploitatie geeft dit vaak wel spanning omdat gebruikers zo min mogelijk willen betalen en bestuur moet werken met regelgeving van de gemeente en teruglopende subsidie-inkomsten.
Uit de hierop volgende discussie blijkt dat de visie van de besturen van gemeenschapshuizen anders is dan die van de gemeente en ook anders dan die van veel gebruikers. En dit verschilt ook per dorp!  Dit wordt trouwens nog ingewikkelder als de lokale (horeca-)ondernemers in vraagstuk worden betrokken.
Een reden te meer waarom de discussie volgens mij beter gevoerd kan worden vanuit de functie van het gemeenschapshuis. Piet ten Haaf denkt overigens dat het volledig door vrijwilligers gerunde gemeenschapshuis zijn langste tijd gehad heeft. Je moet naast een  (para-) commerciele uitbater zorgen voor een goede toezichtconstructie om de lokale sociaal-culturele functie te borgen.

Gelukkig brengt Sjaak de discussie terug naar de functie. Er moet een plek zijn in de gemeenschap waar je elkaar kunt ontmoeten, waar plek is om initiatieven te laten ontstaan, waar je gemeenschapszin kunt ontwikkelen. Dit is de plek waar je iedereen ruimte wil bieden in dorp om samen iets te doen. Dit levert hem applaus op uit de zaal.



Limburglab 2014. Burgerparticipatie en leefbaarheid.

In het programmaboekje staat dat in deze workshop vertrokken wordt vanuit het dagelijks leven. Sessie van Proeftuin Zelfsturing, KNHM en Speeltuinwerk Limburg.
Meer over de Proeftuin Zelfsturing hier en hier.

Uitgangspunt is dat de toekomst van Limburg afhangt van de kracht van gemeenschappen. In nieuwe samenleving wordt steeds meer verwacht van burger als "creatief vakman"  is de gedachte.
Types zelfsturing: type 1 gemeenschap aan zet, regelt zelf, type 2 gemeenschap regelt en krijgt ondersteuning van overheid. Type 3 is terrein overheid met ondersteuning in gemeenschap en type 4 is volledig verantwoordelijkheid overheid (denk aan infrastructuur).

Belangrijke aspecten binnen zelfsturing:
- van elkaar leren
- successen vieren
- iedereen doet mee 

Mooie gedachte: vertrek vanuit de kernwaarden van je gemeenschap om je dorpsvisie te verankeren. KNHM is in staat om proces te begeleiden om te vanuit waarden te komen tot plan dat projecten oplevert die ook daadwerkeijk tot realisatie komen. Financiering kan vaak door bestaande geldstromen om te buigen blijkt in de praktijk. 


Limburglab 2014. Leefbaarheid en Duurzaamheid.

Sessie over Duurzame en kleinschalige energie initiatieven. Loopt helaas niet goed door gehorigheid en haperend techniek. Dit filmpje wilde gisteren niet lopen, maar de moeite waard om even te checken.


Gloei is een netwerkorganisatie en kennisplatform. Heeft niet zelf de kennis in huis, maar is in staat om op gebied duurzaamheid te verwijzen naar juiste mensen. Doel gloei is verbinden van duurzaamheid en leefbaarheid. Gloei fungeert ook als aanjager voor duurzaamheidsprojecten.
Gloei is ontstaan vanuit samenwerking burgers, ondernemers, maatschappelijke organisaties en overheid. DIt bleken ook de partijen die nodig waren om te kunnen starten. Gestart met zowel projecten als visieontwikkeling, waarbij werd geaccepteerd dat er zaken mis kunnen gaan.

Ervaringen elders zijn dat burgerinitiatieven vaak mislukken. Bij Gloei is rol van facilitator opgepakt door de gemeente: dit scheelt heel veel gedoe met organiseren van bijeenkomsten etc. Hierdoor kunnen vrijwilligers aan de slag met wat ze werkelijk belangrijk vinden.
Op dit moment Gloei vooral actief binnen Peel en Maas. Is veel belangstelling in omgeving, maar Gloei is geen sjabloon. Er is ook geen duidelijke structuur, maar aan achterkant zijn de zaken wel goed georganiseerd. Tot die tijd ontstaan aan de voorkant vanuit de "chaos"  de mooiste initiatieven. Voorbeelden hiervan zijn een energiecooperatie, tijdelijke huisvesting in leegstaand fabriekspand. 
Gloei helpt bijvoorbeeld bij verkrijgen vergunningen, startkapitaal (bijvoorbeeld door middel van crowdfunding) en organiseren draagvlak.
Googlen op Gloei levert een dag later een ning-website op. Een mooie plek dus om in contact te komen met allerlei mensen die met (kleinschalige en duurzame) energie-initiatieven bezig zijn.

vrijdag 11 april 2014

LimburgLab 2014

Vandaag vindt de 2e editie van LimburgLab plaats. De eerste was in 2012 en bevatte spannende presentaties van maatschappelijke organisaties die in de voorbereiding met elkaar hadden gezocht naar verbinding. Hierdoor kwamen verrassende samenwerkingen tot stand. Misschien omdat het toen een nieuwe concept was, maar misschien ook omdat het Bibliotheekhuis (waar ik toen werkte) ook een van de deelnemers in het LimburgLab was en ik zelf ook een workshop begeleidde, leefde het vooraf meer dan nu het geval is.
Het programma biedt voldoende interessante presentaties:
Indien mogelijk meld ik me nog op dit blog. Anders via twitter met #limburglab.